Mooi Dichtbij logo

MIDDEN - DELFLAND

Link naar de agenda Link naar de nieuwpagina Link naar de cultuur- en recreatiekaart Link naar de startpagina www.middendelfland.net Thema afbeelding
Mooi Dichtbij logo

MIDDEN - DELFLAND
IN BEELD

Thema afbeelding klein
  [Start] [Agenda] [Nieuws] [Plattegrond]

 

Zien en Beleven: Vogels en Zoogdieren

13 & 15 april 2017. Tijdens de zesde en laatste lezing met excursie in de reeks Zien en Beleven 2016/2017 vertelde Michel Kuijpers over de vogels en zoogdieren in Midden-Delfland. De excursie leidde door het weiland van de Klaas Engelbrechtspolder waar optimaal weidevogelbeheer, waarbij Michel actief is, zorgt voor goede condities voor de vogels als grutto, kievit, tureluur en scholekster. Kijk hier voor het verslag van de lezingen en excursies in 2016.

Volgens Michel komen er ongeveer honderd vogelsoorten en 30 á 40 soorten zoogdieren voor in Midden-Delfland. De Klaas Engelbrechtpolder is zijn werkgebied. Hier komen onder andere de wezel, hermelijn (altijd met zwarte startpunt) en soms een enkele bunsing voor. De skeletjes in de braakballen van de kerkuil (slechts negen paar in Midden-Delfland en Westland) geven een goed beeld van de aanwezige kleine zoogdieren (een kerkuil is niet erg kieskeurig). Maar, ook de vos komt veelvuldig in het gebied voor, ca. 100-200, ondanks de jacht, die soms ook wordt ingezet in belangrijke weidevogelgebieden. Een betrekkelijk nieuw wapen tegen de vos is schrikdraad rondom plekken met veel broedende vogels.

Zien en Beleven: Vogels en zoogdieren - 13 & 15 april 2017

Michel toonde de belangrijkste wintergasten: de smient (een eendensoort), kolgans, kleine rietgans (400-700; verder alleen nog in Friesland), brandgans (5000-6000), wilde zwaan en kleine zwaan. Daarna kwamen de weidevogels die in de polders van Midden-Delfland voorkomen. De grutto, tureluur, kievit en scholekster zijn nestvlieders, dat wil zeggen dat als hun jongen uit hun ei zijn gekomen, ze vrijwel meteen het nest verlaten. De jongen komen tegelijk uit het ei omdat het broeden pas begint als het nest compleet is (vier eieren). Voor de kievit geldt een broedtijd van 26 dagen. Grutto-, kievit- en tureluurjongen moeten direct zelf hun insecten zoeken. Alleen scholeksterjongen worden door het ouderpaar enige tijd gevoerd.

Het gemiddeld aantal overblijvende grutto- en kievitjongen per ouderpaar daalt al jaren. In Midden-Delfland is in 2015 het Weidevogelpact opgericht om gezamenlijk met deelnemende organisaties passende maatregelen te nemen om deze daling, in ieder geval in Midden-Delfland, te keren. Mozaïekbeheer, minder mest en een hogere waterstand helpen. Het op veel percelen toegepaste eiwitrijke Engels raaigras is goed voor het melkvee, maar ongeschikt voor de jonge vogels door gebrek aan kruiden, waar weer insecten op af komen. Tijdens de excursie was dat ook goed waar te nemen.

Zien en Beleven: Vogels en zoogdieren - 13 & 15 april 2017
Steenuil uit de excursie Zien en Beleven 2012.

Tot slot vertelde Michel over de uilen die in Midden-Delfland voorkomen. De ransuil broedt vaak in oude kraaiennesten, de bosuil in de bosrijke recreatiegebieden. De velduil komt wel voor maar broedt hier niet. In het gebied bevinden zich ongeveer 25 paar steenuilen, vrijwel allemaal broedend in kasten, die door de vogelwerkgroep zijn geplaatst en worden onderhouden. Aan de kleur van de ogen valt af te lezen wanneer een uil op jacht gaat. De kerkuil en bosuil met zwarte ogen jagen in het donker van de nacht. De ransuil met oranje ogen jaagt ook in de schemering. Uilen met een gele iris, zoals steenuil, jagen ook overdag.

Veel kerkuilen komen om in het verkeer omdat hun prooien, muizen, zich vaak bevinden in de bermen van wegen. De hectometerpaaltjes zijn ideale uitzichtpunten voor de kerkuil. Hierdoor vliegen kerkuilen vaak laag over de weg. In Friesland is daar iets op gevonden. Door een rollende constructie bovenop het hectometerbordje aan te brengen kan de kerkuil daar niet meer op zitten. Iets verder van de weg zijn bovendien hogere palen geplaatst voor de kerkuil. De resultaten zijn veelbelovend.

Zien en Beleven: Vogels en zoogdieren - 13 & 15 april 2017

Excursie in de Klaas Engelbrechtspolder

Vanaf het erf van de familie van 't Hoog vertrokken de deelnemers aan de cursus in twee groepen onder leiding van Michel Kuijpers en John Kleijweg de polder in voor een wandelexcursie. Het doel was meer te leren over de weidevogels en ze ook te zien. Met verrekijker en telescoop in de aanslag en oren en ogen open kwamen de 'big four' van het weiland, grutto (onze nationale vogel)), kievit, tureluur en scholekster, regelmatig in beeld.

Zien en Beleven: Vogels en zoogdieren - 13 & 15 april 2017
Een kievit pul, net uit het ei.

Zien en Beleven: Vogels en zoogdieren - 13 & 15 april 2017
Alarmroep van de kievit.

John vertelde dat het aantal veldleeuweriken in deze polder wellicht niet meer boven de twintig gaat komen dit jaar (vroeger waren er honderden). Even later vloog er een veldleeuwerik op uit het gras, wellicht van zijn nest, en liet zijn gezang horen, hoog in de lucht.

Zien en Beleven: Vogels en zoogdieren - 13 & 15 april 2017
Kruidig grasland voor weidevogels.

Zien en Beleven: Vogels en zoogdieren - 13 & 15 april 2017
Veldleeuwerik.

Achter in het land heeft de vogelwerkgroep het waterpeil wat omhoog gebracht en op dit minder bemeste land groeien duidelijk meer kruiden. Hier troffen we een kievitsnet en een gruttonest aan.

Zien en Beleven: Vogels en zoogdieren - 13 & 15 april 2017
Kievitsnest.

Zien en Beleven: Vogels en zoogdieren - 13 & 15 april 2017
Gruttonest.

Enkele percelen richting 't Woudt bevindt zich een plasje aangelegd als watercompensatie met daarin twee schelpeneilandjes. Hier zijn al enkele paartjes kluten aan het broeden. De van de winterverblijfplaats terugkomende visdiefje gaan hier misschien ook weer broeden. Deze eilandjes zijn bijzonder succesvol in Midden-Delfland (op veel plaatsen liggen ze nu) en ook andere regio's in Nederland tonen ook belangstelling. Even later kwamen er ook nog vier visdiefjes aan vliegen.

Zien en Beleven: Vogels en zoogdieren - 13 & 15 april 2017
Visdiefje.

Zien en Beleven: Vogels en zoogdieren - 13 & 15 april 2017
Grutto.

Zien en Beleven: Vogels en zoogdieren - 13 & 15 april 2017
Er is nog veel meer te beleven op de boerderij.

Voor liefhebbers van oude rijtuigen en attributen toonde Kees van 't Hoog zijn verzameling met onder andere een Delftse Tilbury en veel attributen. Aan de achterwand hangen fraaie oude prenten.

Zien en Beleven: Vogels en zoogdieren - 13 & 15 april 2017

Zie ook: Red de rijke weide.


Zien en Beleven: Vervoer over vaarten en vlieten

16 & 25 maart 2017. De vijfde lezing met excursie in de reeks Zien en Beleven 2016/2017 werd gegeven door Jacques Moerman. Velen tientallen keren vertelde hij het verhaal over het vervoer over vaarten en vlieten. Belangrijk onderdeel was de ontwikkeling van de Delflandse trekvaarten. Gedurende het verhaal kwamen regelmatig schilderijen en etsen van Jongkind voorbij, die enige tijd in Maassluis woonde. De excursie ging dan ook langs een deel van de oude trekvaartroute van Schipluiden naar Vlaardingen. Kijk hier voor het verslag van de lezingen en excursies in 2016.

Over het water was lange tijd de enige manier om personen en goederen te vervoeren. Wegen waren onverhard en in de winter vaak onbegaanbaar. De boezemwateren in de Delflandse regio waren oorspronkelijk aangelegd om overtollig water uit de steeds maar dalende polders naar de Maas af te voeren. In Den Hoorn lag tot 1602 een dam in de vaart tussen de Tanthofkade en de Dijkshoornseweg. Deze scheidde het boezemwater van de Oost- en Westambachten van het hoogheemraadschap van Delfland (er was een peilverschil). Met behulp van een windas werden de bootjes over de dam getrokken. Ook bij veel poldermolens lagen windassen om vanuit de polder met een bootje in het boezemwater te komen, en weer terug. Zo gingen boeren met hun boter en kaas naar de markt.

Rijpwetering - overtoom bij de Blauwe Molen - Wikipedia
Rijpwetering - overtoom bij de Blauwe Molen - Wikipedia.

De trekvaartroute van Delft naar Maassluis begon in ca. 1650. Enkele jaren daarna volgde de trekschuitdienst Delft-Vlaardingen met haring als een belangrijk product. Trekschuiten van de diverse routes hadden eigen kleuren. Op 1 januari 1871 stopte de stad Delft met de trekschuit als middel van openbaar vervoer. Het vervoer ging nu over inmiddels verbeterde wegen, bijvoorbeeld met de omnibus. Wel bleven enkele schippers nog geruime tijd zelfstandig varen. Het hele verhaal over de trekvaart is te lezen in het boekje: Cultuurhistorische inventarisatie van de trekvaartroute tussen Delft en Maassluis/Vlaardingen. De provinciale erfgoedlijn Trekvaarten bevatte aanvankelijk alleen de routes over de Vliet en de vier Schieën. Het genoemde boekje heeft overtuigend meegeholpen ook de Delflandse Trekvaarten aan deze erfgoedlijn toe te voegen.

Schipluiden werd eigenlijk pas vanaf ongeveer 1850 een schippersdorp, met schippersfamilies als Maan, Eikelenboom en Koole. Men vervoerde met de gemotoriseerde boten van alles, zoals spoeling (afvalproduct van de Gist- en Spiritusfabriek uit Delft, gebruikt als veevoer), agrarische producten, steenkool, bouwmaterialen. Af en toe ging men met de boot erop uit, zoals de muziekvereniging op een concours of de zangvereniging op een plezierreisje.

Tijdens de Open Monumentendagen is er elke twee jaar een wedstrijd met zeilende Westlanders (in 2017 wederom!).

Zien en Beleen - Vaarten en Vlieten
Jacques Moerman over Vaarten en Vlieten.

Bij gebrek aan wind of bij tegenwind moet dan gejaagd worden. Niet door een paard, maar met menskracht. In 2015 moesten de teams flink aan de bak met jagen zoals te zien is in het verslag: Delfland Race met zeilende Westlanders geplaagd door windstilte.

Fietsexcursie langs de trekvaartroute

Op de prachtige excursiedag werd allereerst gestopt bij de trekvaartinformatiezuil naast de ophaalbrug in Schipluiden. Het verhaal van de Delflandse trekvaarten is hier beknopt op weergegeven. Daarna volgde een kort fietstochtje naar het nieuwe gemeentehuis van Midden-Delfland, waar binnenkort, aan de overkant in de bocht, drie nieuwe rollepalen zullen worden geplaatst. Deze palen zijn ook afgebeeld op een historische afbeelding.

Zien en Beleven - 25 maart 2017

Vervolgens ging de reis over de Kerkpolderbrug en linksaf de Dorpsstraat in, terug naar de ophaalbrug, de Valbrug. Dit was vroeger ook de route van het jaagpaard. En dan de Valbrug over en lopend over de Vlaardingsekade. Ook hier liepen korte tijd de jaagpaarden, totdat, na protest van de bewoners, de stad Delft de Paardenbrug liet bouwen. Aan de Vlaardingsekade lag vroeger de Paardenmarkt (het bord hangt er nog), waar van jaagpaard kon worden gewisseld.

De volgende stop was de bocht waar de Gaag overgaat in Vlaardingervaart. Hier staan nog steeds twee rollepalen die moeten voorkomen dat de jaaglijn de trekschuit naar de kant trok. Bij de Trambrug uit 1912 was een voorziening nodig om paarden even van de kade weg te leiden zodat zij het hoofd niet zouden stoten. Hier werd een pad met Waalklinkers aangelegd. Tevens werd duidelijk dat er enig onderhoud nodig is aan dit rijksmonument.

Zien en Beleven - 25 maart 2017

Het jaagpad loopt nu verder langs de Vlaardingervaart naar het vroegere rechthuis van Zouteveen, nu een Bed & Breakfast. In de gelagkamer van het rechthuis, waar ook het gemeentebestuur van Zouteveen ooit vergaderde, vertelde Jacques Moerman over deze bijzondere locatie. Bij het rechthuis werd ook het trekpaard overgezet naar de Duifpolderkade voor de tocht naar Maassluis.

Zien en Beleven - 25 maart 2017

De fietstocht ging echter nog een stukje verder richting Vlaardingen, de Trekkade. Even voorbij de drie vlieten ligt boerderij Zonnehoeve. De stal is onlangs volledig gerestaureerd. Bijzonder is hoe nieuwe onderdelen van de gebinten zijn samengevoegd met nog in goede staat zijnde  oude delen. Hier wachtte de deelnemers nog een verrassing: een originele Kruikiuskaart uit 1712, uitgelegd op de stalvloer. Ook het wintergezicht van de Zonnehoeve en de Trekkade met de Nieuwe molen uit ca. 1850, geschilderd op een houten paneel, was bijzonder. Dit paneel werd 's zomers voor de open haard geplaatst als decoratie.

Zien en Beleven - 25 maart 2017

Er is een plan om een windas te reconstrueren en terug te brengen in het landschap van Midden-Delfland. Een plek naast de Zonnehoeve is wellicht een geschikte locatie. Hier kunnen dan weer bootjes uit de Vlaardingervaart naar het water de Zweth worden overgezet. Een smalle sloot langs de kade leidt naar het water De Zweth. Hier eindigde ook deze fietsexcursie.

Zien en Beleven - 25 maart 2017

Zien en Beleven - 25 maart 2017


 

Zien en Beleven: De bewoonde gebieden van Delfland

16 & 25 februari 2017. De vierde lezing met excursie in de reeks Zien en Beleven 2016/2017 werd gegeven door Pia van Oord. In haar lezing vertelde ze over de geschiedenis van de bewoning in het Midden-Delflandgebied. De excursie op 25 februari ging per fiets vanuit Den Hoorn over de Tanthofkade, naar de wijk Tanthof, de laatste grootschalige nieuwbouwactiviteit van Delft in de periode 1975-1990. Kijk hier voor het verslag van de lezingen en excursies in 2016.

Zien en Beleven - 16 februari 2017
De lezingen vinden steeds plaats in gebouw De Koe in Schipluiden.

Het verhaal over de bewoning begon met enkele beelden uit '5000 jaar wonen op klei' (1995), een publicatie over de oudste bewoning in het Midden-Delflandgebied. Ook op de oudste duinen nabij Den Hoorn werd zo'n 3500 jaar voor Christus gewoond, zo bleek bij opgravingen voor de grote afvalwaterzuiveringinstallatie (AWZI) in de Harnaschpolder. Bij Vlaardingen werd unieke bewoning uit 3000 tot 2000 jaar vóór Christus gevonden, die de naam Vlaardingen Cultuur kreeg. Het Museum Vlaardingen besteedt uitgebreide aandacht aan deze opgravingen. De aangetroffen oude boomstamkano is een pronkstuk. Op het Archeologisch Erf in de Broekpolder is een reconstructie van een huisje uit de Steentijd tijd nagebouwd. Uit de IJzerijd  (800-0 voor Christus) zijn veel archeologische vondsten gedaan in het gebied. De Atlas van Het Westland, recent uitgegeven, laat de landschappelijke ontwikkeling mooi zien vanaf 1250 vóór Christus tot nu.

Zien en Beleven - 16 februari 2017

Het zuidelijke deel van Nederland was van ca. 50 tot ca. 250 onderdeel van het Romeinse Rijk. De verdedigingslinie de Limes, langs de (Oude) Rijn, was aangelegd om invallen uit het noorden te kunnen weren. De stad Forum Hadriani (nabij Voorburg) kreeg een marktfunctie en het agrarische achterland zorgde voor het voedsel voor de stad. Bij opgravingen in onder andere de Harnaschpolder werd een verkavelingspatroon aangetroffen dat stamt uit deze tijd. Het patroon kenmerkt zich door het gebruik van de gulden snede, een verhouding die toen populair was.

Zien en Beleven - 16 februari 2017
De Peutinger kaart, kopie van een Romeinse reiskaart uit de 3e tot 4e eeuw. Links boven Forum Hadriani.

Zien en Beleven - 16 februari 2017
Impressie van de stad Forum Hadriani door B. Brobbel, Hilversum.

Gedurende de volgende eeuwen was het gebied te nat om te wonen, mede veroorzaakt door overstromingen vanuit de Maasmonding. Nieuwe bewoning en ontginningen begonnen pas omstreeks het jaar 1000 in de Woudsepolder. Onder leiding van de graven van Holland en kloosters werd gedurende enkele honderden jaren de wildernis van Delfland systematisch ontgonnen en verkaveld. De boezemwateren en slotenpatronen zijn ook nu nog te bewonderen in Midden-Delfland. Toen de Maasdijk in ca. 1250 het gebied volledig afschermde van de Maas kon er veilig gewoond en gewerkt worden. Maar voordat het zover was werden kades als de Tanthofkade en de Mandjeskade aangelegd. De Dijkshoornseweg in Den Hoorn (toen Voordijkshoorn) had ook een beschermende kadefunctie. Een dam in het water de Kickert verbond deze weg met de Tanthofkade, in ieder geval tot het einde van de zestiende eeuw. Met een windas werden bootjes over de dam getrokken. In 1408 kwam er de eerste poldermolen (in de Kerkpolder bij Schipluiden). Door de ontwatering en uitdroging van de bodem daalden alle polders, vooral de veenpolders, en moest er met poldermolens overtollig water worden weggemalen, via de Poldervaart en de Vlieten, naar de Maas.

Zien en Beleven - 16 februari 2017
Dam in de Kickert met de windas, ca. 1535; Tanthofkade boven.

Zien en Beleven - 16 februari 2017
Restant van de Kerkpoldermolen; op de oude foto is nu een stoomgemaal.

Westlandkaart, het Westland door de jaren heen

Aan het slot van de presentatieavond gaf Henk Groenendaal een korte uitleg over de Westlandkaart, een interactieve toepassing op internet waarmee de cultuurhistorie van het Westland kan worden bekeken. Door te klikken op een marker (speldenknop) worden beeld en informatie over de locatie getoond. Door een ander jaar te kiezen kan bovendien het landschap en topografie uit een andere tijd bekeken worden. Er wordt gebruik gemaakt van dezelfde kaarten als welke in de Atlas van Het Westland zijn afgebeeld. De Westlandkaart is een project van alle historische werkgroepen en verenigingen in Het Westland, het Westlands archief en het Westlands Museum.

Zien en Beleven - 16 februari 2017

Excursie naar het Tanthof

Zien en Beleven - 16 februari 2017

Zien en Beleven - 16 februari 2017

De excursie op 25 februari 2017 begon met een koffie of thee bij Piece of Cake aan de Woudseweg 20. Op de Hoornsewal vertelde Pia van Oord het verhaal van de Tanthofkade en de overtoom of windas. Vervolgens gingen de deelnemers per fiets over en langs de Tanthofkade naar het Sint Maartensrechtpad, het fietspad dat parallel loopt aan de Zuidkade. Vervolgens ging de reis over de weg Abtswoude (vroeger de Abtswoudseweg, een oude ontginningsweg), die Tanthof Oost en West van elkaar scheidt. Doel was de boerderij van Gerard van Winden, die nu midden tussen de bebouwing van het Tanthof staat. Onderdeel van de plannen voor het Tanthof was dat de melkveehouders en hun boerderijen zouden worden ingepast en konden blijven werken. Dit is maar gedeeltelijk gelukt. Alleen het melkveebedrijf van Van Winden is er nog. De andere boerderijen hebben hun agrarische functie verloren. Gerard nam de boerderij over van zijn vader en vertelde over zijn vindingrijkheid, waarmee hij met zijn betrekkelijk kleine boerderij (zo'n 35 stuks melkvee) toch een goed bestaan kon opbouwen. Dit is vooral ook te danken aan de verkoop in zijn boerderijwinkel. Het weiland, buiten de bebouwde kom, heeft hij altijd gepacht. Het is steeds een hele klus, waarbij veel hulp nodig is, om de koeien in het voorjaar weer naar de weilanden te brengen. Ze blijven daar de hele zomer en het tweemaal daags melken gebeurt ook in het weiland.

Zien en Beleven - 16 februari 2017

Zien en Beleven - 16 februari 2017

Astrid Keers werkte in zeventiger jaren bij gemeente Delft aan de uitwerkingsplannen voor de wijk Tanthof, met als doel architecten de juiste opdrachten te geven. Zij vertelde over het oorspronkelijke plan van Van den Broek en Bakema (1969) en de weerstand die tegen dit plan ontstond, vooral door de melkveehouders. Het plan verdween van tafel. Een aantal pas afgestudeerde ontwerpers van de Dienst Openbare Werken begon opnieuw met een niet-hiërarchische planopzet en een stapsgewijze, kleinschalige uitwerking. In 1972 werd een globaal bestemmingsplan gepresenteerd, waarin alleen de contouren van routes en waterwegen, groenzones en bebouwing waren ingetekend. Ook zou er geen hoogbouw meer plaatsvinden. De prominent aanwezige kreekrug kreeg een herkenbare functie als een door de wijk slingerende groenstrook met water.

Zien en Beleven - 16 februari 2017
Het verworpen plan van Van den Broek en Bakema (1969).

Zien en Beleven - 16 februari 2017
De huidige situatie (Google Maps); de kreekrug begint rechts boven en slingert naar links onder.

Na een kort bezoek aan de veestallen ging de excursie verder, op zoek naar de kreekrug, of wat er van over zou zijn. Tanthof staat bekend, vooral bij automobilisten, als een wijk waar het maar moeilijk is de weg te vinden. Maar ook voor fietsers en wandelaars is het een uitdaging niet te verdwalen. De zoektocht ging langs het buurtwinkelcentrum aan de Dasstraat. Nabij het treinstation Delft Zuid werd het Kreekrugpad gevonden. Hier werd als afsluiting van de excursie een groepsfoto gemaakt.

Zien en Beleven - 16 februari 2017
Astrid wijst naar het straatnaambordje dat de herinnering aan de niet meer zichtbare kreekrug levend houdt.


Zien en Beleven: boerderijen en boerenerven

19 januari 2017. De derde lezing in de reeks Zien en Beleven van 2016/17 werd gegeven door Frits van Ooststroom, waarin hij met veel afbeeldingen vertelde over de ontwikkeling van de boerderij in Nederland en in het bijzonder in Delfland. Ook kwamen de bijgebouwen als karnmolen en hooiberg aan de orde. Tenslotte gingen de bezoekers mee met het verhaal van de Hofwoning in 't Woudt en de grote restauratie van deze fraaie boerderij. Kijk hier voor het verslag van de lezingen en excursies in 2016.

Frits begon bij de basis: de classificatie van boerderijen in Nederland:

  1. Noordelijke huisgroep. (waaronder kop-hals-romp boerderij);
  2. Zuidelijke huisgroep (b.v. in Limburg);
  3. Hallehuisgroep, zoals ook in Midden-Delfland;
  4. Zeeuwse en Vlaamse schuurgroep (Zeeland en West-Branbant.

Hij liet veel voorbeelden zien van boerderijen in Midden-Delfland en uiteraard kwam ook het werken op de boerderij aan bod. 's Zomer werd er in het zomerhuis boter en kaas gemaakt. Verder besprak hij de verschillende elementen op het boerenerf, zoals de hooiberg en karnemolen. Bij de presentatie toonde Frits aquarellen van de Rotterdamse architect J. Verheul Dzn. Deze maakte meer dan 400 aquarellen van boerderijen en elementen rond de boerderij. Sommige polders, van Midden-Delfland, bijvoorbeeld de Dorppolder en Kralingerpolder, hebben een kleibodem, zodat daar ook aan akkerbouw werd gedaan met bijvoorbeeld graan. In die boerderijen bevond zich dan ook een dorsvloer.

Zien en Beleven: Boerderijen en boerenerven

Boerderijweetjes

Gedurende de presentatie kwamen allerlei 'boerderijweetjes' voorbij, zoals:

  • Boerderijen in Rijnland hebben vaak rode stenen (klei uit Rijn); in Delfland zijn dat veelal gele stenen (klei uit de Hollandse IJssel).
  • In Delfland maakte men Leidse kaas (komijnekaas); in de omgeving van Leiden juist Goudse kaas.
  • Op boerderijen van katholieke boeren staat vaak een kruisteken en de letters IHS: In Hoc Signo; de eerste drie letters van de Griekse spelling van Jesus.
  • In een Hollandse stal staan de koeien met hun koppen naar de voergang (het midden); in een Friese stal juist andersom.
  • In Delfland staan (stonden) zomerhuizen veelal vóór de boerderij (vandaar dat er veel zijn afgebroken); in Rijnland juist naast de boerderij en staan er meestal nog.
  • De Karperhoeve in Maassluis heette vroeger Het Beloofde Land, getuige de beschildering boven het deurkalf.
  • De Hooiberg is al heel lang geleden uitgevonden, getuige oude schilderijen en tekeningen, zoals de kaart van de Drie Schieën uit 1512 en het schilderij met de Elisabethsvloed.
  • Het ankerbalkgebint werd veel gebruikt in de vijftiende en zestiende eeuw en bestaat uit twee verticale stijlen en daar bovenop een horizontale ankerbalk. Voor de stevigheid werd een korbeel (schuine schoor) gebruikt.
  • De gebintbalk kan voorzien zijn van een sleutelstuk, dat veel kan zeggen over de bouwperiode.
  • Oudere melkkelders werden uitgerust met een kruisgewelf, tongewelf of troggewelf.

Na een korte pauze vertelde Frits over de grote restauratie van de Hofwoning in 't Woudt in 2010-2011. De restauratie is door Annemiek van Adrichem op haar website www.dehofwoning.nl/restauratie/ terug te zien.

Elisabethsvloed (1421) met Dordrecht en jooibergen (ca. 1490-95
Elisabethsvloed (1421) paneel met Dordrecht en boerderij met hooiberg 1490-95; detail, Rijksmuseum.

De excursie op 28 januari 2017 ging naar twee boerderijen in 't Woudt: de Woudhoeve en de Hofwoning.

Zien en Beleven - excursie naar de Hofwoning op 't Woudt.
De Hofwoning op 't Woudt.

16 april 2017